De Jan Vanaubel die we op het oorlogsmonument in Lanaken tegenkomen heette officieel eigenlijk Van Aubel. Het is echter waarschijnlijk dat men de naam toch als Vanaubel schreef, aangezien één van de officiële documenten door de weduwe met 'Vanaubel' ondertekend werd.
Zijn voornaam werd vervlaamst op het oorlogsmonument. De officiële documenten spreken in plaats van Jan over Jean-Louis-Léopold-Hubert. In het dorp zal men hem echter als Jan gekend hebben.
Jan Vanaubel was echter geen rasechte Lanakenaar. Hij werd geboren te Kontich, provincie Antwerpen, op 21 februari 1894.
Als soldaat behoorde hij tot de klas van 1914 en werd hij opgeroepen om het 1ste regiment Carabiniers te vervoegen.
Zijn voornaam werd vervlaamst op het oorlogsmonument. De officiële documenten spreken in plaats van Jan over Jean-Louis-Léopold-Hubert. In het dorp zal men hem echter als Jan gekend hebben.
Jan Vanaubel was echter geen rasechte Lanakenaar. Hij werd geboren te Kontich, provincie Antwerpen, op 21 februari 1894.
Als soldaat behoorde hij tot de klas van 1914 en werd hij opgeroepen om het 1ste regiment Carabiniers te vervoegen.
Vanaubel Jan houdt het lang uit aan het front, volgens zijn militair dossier wel 44 maanden. Vanaf 21 september 1914 neemt hij actief deel aan de oorlog om pas op 27 oktober 1918te sneuvelen, een drietal weken voor de wapenstilstand.
Deze soldaat sterft niet door vijandelijke kogels voor maar door ziekte. Dit was niet verwonderlijk. Vier jaar lang de oorlog meemaken in weer en wind, modder, regen of zomerse hitte kruipt niet in de koude kleren. Reken daarbij de stress en de trauma's van de soldaten en zowat elke soldaat was zwak genoeg om geveld te geraken door een ziekte of infectie. De hygiëne stond immers op een zeer laag niveau waardoor virussen en bacteriën welig tierden.
Deze soldaat sterft niet door vijandelijke kogels voor maar door ziekte. Dit was niet verwonderlijk. Vier jaar lang de oorlog meemaken in weer en wind, modder, regen of zomerse hitte kruipt niet in de koude kleren. Reken daarbij de stress en de trauma's van de soldaten en zowat elke soldaat was zwak genoeg om geveld te geraken door een ziekte of infectie. De hygiëne stond immers op een zeer laag niveau waardoor virussen en bacteriën welig tierden.
In het archief konden we (nog) geen foto van Jan Vanaubel vinden, maar de beschrijving in zijn militair dossier geeft ons toch wat meer informatie. Zo leren we dat hij kastanjebruine haren had en een rozige gelaatskleur in combinatie met grijze ogen. Hoewel hij 1m78 groot was, zeker niet klein voor die tijd, wordt hij toch als iemand van kleinere gestalte beschreven. Qua breedte wordt hij dan weer als groter omschreven. Het doet vermoeden dat Jan Vanaubel een stevige manspersoons was die als soldaat indruk gemaakt zal hebben.